De wereld wordt steeds godsdienstiger

Nederland is een raar stukje wereld. Er wonen namelijk mensen die steeds minder godsdienstig worden. Dat is niet helemaal uniek, er zijn een aantal andere landen die onder dezelfde afwijking lijden. Maar een afwijking van de wereldwijde norm is het zeker. De wereld wordt steeds godsdienstiger.

Nu vind ik dat helemaal niet zo’n interessant gegeven. Het doet mij namelijk niets of mensen godsdienstig zijn of niet. Ik wil graag dat ze de enige ware God en Zijn Zoon Jezus Christus kennen, dat is alles. Dat is het enige onderscheid dat van belang is.

Maar goed, door die Nederlandse afwijking laboreren Nederlanders nogal eens onder de illusie dat het met de godsdienst allemaal minder wordt. Daardoor zijn Nederlanders zonder godsdienst vaak behept met een totaal ongegrond triomfalisme, en Nederlanders met een godsdienst met een even onterecht negativisme. Daarom leek  het me goed eens een wat realistischer beeld te scheppen.

Als je kijkt naar de World Values Surveys van 1981 en 2007, zijn er twee keer zoveel landen waar de bevolking in 2007 godsdienst belangrijker vindt dan in 1981 als er landen zijn waar men godsdienst minder belangrijk is gaan vinden. (Niet verbazingwekkend en verantwoordelijk voor de beeldvorming in Nederland is Nederland een uitschieter naar beneden, en een extreem voorbeeld van waar men het belang van godsdienst minder hoog is gaan inschatten.)

Er zijn, voor zover ik kan verzinnen, drie belangrijke redenen dat de wereld steeds godsdienstiger wordt.

Ten eerste kost het veel moeite om ongodsdienstigheid door te geven aan het nageslacht. De  mens heeft een natuurlijke hang naar godsdienst. (Ik geloof dat die door God in hem is geplaatst, maar dat is even een ander onderwerp.) Als er door de staat dus niet een grote propagandacampagne gehouden wordt voor het atheïsme, gaat het atheïsme bijna overal een kwijnend bestaan lijden. Nu het communisme bijna uitgestorven is, heeft het atheïsme geen natuurlijke bondgenoot meer en ziet haar toekomst er somber uit.

Ten tweede komt er steeds meer vrijheid om de godsdienst te belijden die je wilt en hoe je wilt. Godsdienst wordt daardoor ook openlijker en actiever verspreid. Daardoor komen steeds meer mensen een godsdienst tegen die hen overtuigt. Dat is trouwens meestal het christendom (35% van de wereldbevolking) of de islam (23%). Het monotheïsme heeft de wereld overwonnen. De belangrijkste vraag waar de wereld het nog over oneens is, is of God een Zoon heeft.

Ten derde houden mensen zonder godsdienst niet zo van kinderen. Althans, ze houden niet zo van kinderen krijgen. Ze plegen dus demografische zelfmoord. Dat geldt op grote schaal. Europa krimpt maar Afrika groeit explosief. En het geldt op kleine schaal. De niet-godsdienstige vrouw die op haar 38e voor de derde keer gaat samenwonen begint er eens over na te denken of ze met haar nieuwe partner een kind zou willen. Ondertussen houdt haar streng-gereformeerde buurvrouw haar vijfde kind ten doop en wordt de derde zoon van haar Marokkaanse buurvrouw besneden.

Laten we vast beginnen de gedachten van de niet-godsdienstigen voor het nageslacht vast te leggen, zodat deze wat bijzondere groep niet helemaal uit het collectieve wereldgeheugen gaat verdwijnen. Ik denk aan een soort museum met als opschrift: atheisme, het Staphorst van de 21e eeuw.

Bron: Marten Visser