Een jaar of 3000 geleden schreef men op in de Bijbel:
Bent u doorgedrongen tot de bronnen van de zee en hebt u de spelonken van haar onpeilbare diepte bezocht?
(Job 38:16 Het Boek)
Door moderne diepzee-camera’s hebben we ontdekt dat er verbazingwekkende heet water bronnen zijn op de bodem van de zee. Deze warme bronnen laten enorme hoeveelheden mineraalrijk, super heet water vrij in de duisternis.
Richard Gunther
Op dit punt zijn er vier belangrijke punten die het Oude Testament bevestigt.
- Het Oude Testament bevestigt dat bronnen in de oceaan bestaan (Job 38:16);
De bron van kennis moet alwetend zijn en staat toe dat deze alwetendheid wordt getest door wetenschappelijk onderzoek op de zeebodem. - In Psalm 33:6, 7 wordt bevestigt dat deze bronnen tijdens de schepping van de aarde zijn aangelegd;
- Van de zondvloed van Noach wordt gesteld dat deze mede is veroorzaakt door ongebruikelijke activiteit vanuit de zeebodem (Genesis 7:11);
- Deze bronnen worden ook in Spreuken 8:22-28 genoemd. Hierin wordt ook beschreven dat zij al vanaf de schepping van de aarde aanwezig zijn.
Hoe kan deze informatie, die pas recentelijk wetenschappelijk bekend is geworden, al in zo’n oud boek staan? Hoe kon men deze kennis hebben zonder dat diepzee onderzoek überhaupt mogelijk was?